key: cord-0076440-subi6swu authors: Tax, Sandra title: Met lef tegen de waan van de dag date: 2022-03-31 journal: Vakbl Soc Werk DOI: 10.1007/s12459-022-0941-y sha: 7f24114f8157151f74c186e51d07e8a6af821d60 doc_id: 76440 cord_uid: subi6swu nan In het pamflet De winst van het sociaal domein pleiten gemeenten voor samenwerking met het Rijk, met maatschappelijke partners en tussen gemeenten onderling. Die samenwerking zou zich moeten centreren rond drie thema's: bestaanszekerheid, gezond leven en kansengelijkheid. Het nieuwe kabinet lijkt het sociaal domein echter niet te willen benutten om de vraag naar steeds meer en specialistischer zorg te keren. Een gemiste kans, vindt onderzoeker Sandra Tax, maar het maakt ook de weg vrij voor lokale besturen om te bepalen hoe de verzorgingsstaat van de toekomst eruit gaat zien. In 2015 is onze verzorgingsstaat radicaal verbouwd. In één klap werden gemeenten verantwoordelijk voor gezinnen als die van Isabel en Otto (zie casus, pg. 9), met een veelheid aan ondersteuningsvragen. Voor relatief eenvoudige zaken werkt de laagdrempelige toegang best goed. Maar een gemeenschap laat zien wat ze waard is in de zorg voor haar meest kwetsbaren. Precies hier loopt het spaak, zoals ook het SCP constateert (SCP, 2020) . Het spreekt namelijk niet vanzelf dat het zo goed gaat als bij Otto. Zodra in een huishouden meerdere vragen en financieringsstromen in beeld komen, treedt ook de moeizaamheid in, bij zowel de inwoner als de betrokken professional. Het gevolg is dat de mensen die de overheid het hardst nodig hebben, het minst goed worden geholpen. De toeslagenaffaire heeft laten zien dat sommigen van hen zelfs slechter af zijn door toedoen van diezelfde overheid. Dat moet en kan anders, vinden de Nederlandse gemeenten. In het pamflet De winst van het sociaal domein (VNG, Divosa 2020) roepen zij het nieuwe kabinet op om samen met hen en maatschappelijke partners te investeren in bestaanszekerheid, kansengelijkheid en gezond leven. Volgens de gemeenten is dat dé manier om juist gezinnen als die van Otto, (meer) perspectief op een goede toekomst te bieden. En, niet onbelangrijk, de Nederlandse schatkist vaart er wel bij. Want het sociaal domein, zo stellen de gemeenten, is geen kostenpost, maar een slimme investering. Een goed functionerend sociaal domein kan hardnekkige misstanden doorbreken en als hefboom dienen om met name de curatieve zorg, de langdurige zorg en de ggz te ontlasten (KPMG, 2020; Van de Berk e.a. 2021). Dat het sociaal domein bovendien van zeer grote maatschappelijke betekenis is in crisissituaties, werd duidelijk zichtbaar bij de coronacrisis en zal opnieuw blijken nu er hoge aantallen vluchtelingen uit Oekraïne naar Nederland komen. De basis voor goede zorg en ondersteuning begint met bestaanszekerheid. We weten inmiddels wel dat onzekerheid over inkomen en wonen leidt tot een grotere zorgbehoefte. Daar komt bovenop dat Door Sandra Tax I vakblad sociaal werk #2 2022 zorgen over bestaanszekerheid dusdanig veel stress veroorzaken, dat een zorgtraject veel minder of zelfs helemaal niet effectief is. Hoe goed de behandeling ook is, schulden poets je er niet mee weg en het huis wordt er ook niet groter van (sociaalhospitaal.nl). Dat nog regelmatig wordt gekozen voor een dure zorgoplossing, komt onder andere doordat de wettelijke kokers dominant zijn, ook in de uitvoering. Gemeenten zouden dit waar mogelijk zelf moeten verbeteren. Dat kan echter niet in het geval van keuzes die uit nood zijn geboren, bijvoorbeeld omdat er geen woningen beschikbaar zijn of mensen langer dan nodig en goed voor hen is, blijven wonen in een beschermde setting. Die vicieuze cirkel kunnen gemeenten, corporaties, instellingen en het Rijk alleen samen doorbreken. Een stabiel inkomen en een passende woning brengen weliswaar rust in het hier en nu, maar zijn nog geen antwoord op taaie achterstanden op het gebied van onderwijs, werk en gezondheid. Daarom pleiten gemeenten voor een intensieve aanpak om kansengelijkheid en gezond leven te bevorderen. Verspreid over heel Nederland zijn veel wijken en buurten waar mensen ongezond en gemiddeld zeven jaar korter leven dan mensen uit betere wijken (RVS,2020). Vooral jonge jongens maken er vaker carrière binnen het 'alternatieve circuit' dan dat zij een opleiding afronden of een vast contract binnenhalen. Een lange adem en brede, maar vooral niet vrijblijvende coalities zijn cruciaal om dergelijke trends in deze wijken te doorbreken (UVA, 2021) . Dit is nodig omdat we ook in Nederland zien hoe de kloof tussen kansrijk en kansarm verdiept, verbreedt en verscherpt. De problemen worden groter, meer mensen hebben moeite om te voldoen aan de hoge eisen die de samenleving aan hen stelt en mensen nemen elkaar dat kwalijk. Covid discrimineert: juist in deze wijken heeft het virus hard toegeslagen, vanwege de achterstand in gezondheid van bewoners én vanwege de coronamaatregelen die juist voor mensen met tijdelijke en/of oproepcontracten vaak grote gevolgen hebben. Ook die laatsten zijn oververtegenwoordigd in deze wijken. Het virus heeft de tweedeling in de samenleving genadeloos in beeld gebracht. Een steeds grotere groep burgers voelt zich gehoord noch gezien. De vraag is: wat gaat Den Haag daaraan doen? In het kabinetsakkoord Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst benadrukt het kabinet Rutte IV het belang van een andere, meer open bestuurscultuur. Ook krijgen bestaanszekerheid, kansengelijkheid en gezond leven aandacht. 'Hot topics' als de kostendelersnorm, suikertaks, verhuurdersheffing en de salarisschalen in het onderwijs zullen, aldus het akkoord, worden aangepakt. Hopelijk heeft en houdt het kabinet ook ambitie om beter, met oog voor de menselijke maat, naar de uitvoerbaarheid van wetten te kijken. Dat er voor armoede en wonen speciale ministers zijn gekomen is veelbelovend, Sinds Otto ontslagen is, overziet hij het niet meer. De geldzorgen drijven hem tot het uiterste en zijn gezin moet het ontgelden. Zijn vrouw Isabel en kinderen vluchten dan naar familie in het oosten van het land. Hierdoor zijn de kinderen vaker niet dan wel op school, met alle gevolgen vandien. Een alerte wijkteammedewerker grijpt in na een melding van school. Ze zorgt eerst voor rust in de financiën, en regelt dan met veel pijn en moeite een tijdelijke woonunit voor Otto. Plus begeleiding om zijn emoties te reguleren. Door niet de kinderen, maar Otto uit huis te plaatsen, kunnen Isabel en de kinderen hun leven weer oppakken, mede dankzij wat extra hulp van school en een pasje voor de fitness om de hoek. Het is voor Isabel een fijne manier om haar gezondheid op peil te brengen én onder de mensen te zijn. Het resultaat mag er zijn, want na twee jaar is het huwelijk nog in stand en Henk weer aan het werk. Het kamertje houdt hij nog even aan. Weten dat hij zich kan terugtrekken als het hem te veel wordt, stelt hem zo gerust dat hij er nauwelijks gebruik van hoeft te maken. AdobeStock386379379 vakblad sociaal werk #2 2022 maar brengt ook een zeker risico met zich mee: nog meer specifieke portefeuilles binnen het stelsel van zorg en bestaanszekerheid zouden een samenhangende aanpak eerder kunnen dwarsbomen dan bevorderen. Op een aantal fundamentele punten heeft het kabinet een volstrekt andere visie dan de gemeenten. Zo vergelijkt premier Rutte, in navolging van zijn collega Hoekstra, de stijgende zorgkosten met de ongemakken die een koekoeksjong teweegbrengt. Op die manier zet hij de zorg weg als de veelvraat van de Rijksbegroting en reduceert hij het tot een louter financieel vraagstuk. Oplosbaar met alvast ingeboekte bezuinigingen, zoals dat ook met de jeugdzorg gebeurde in 2015. Met geen woord rept het akkoord over schrijnende problemen in de zorg, zoals het personeelstekort, dat met de jaren eerder toe-dan afneemt. Ook doet het kabinet geen aanzet om de perverse prikkels van marktwerking in de zorg aan banden te leggen. Dat de zorgsector niet de wetten van de markt volgt, blijkt wel uit de relatie tussen de onstuitbare groei aan nieuwe aanbieders en de stijging van de kosten. Tot slot ontbreekt in het kabinetsakkoord een visie op hoe de verschillende componenten van onze verzorgingsstaat zich tot elkaar verhouden. In een akkoord met 'omzien naar elkaar' in de titel, zou het voor de hand liggen het sociaal domein te positioneren als antwoord op de verdergaande tweedeling en eenzaamheid, ook onder jongeren. Helaas staat het niet als zodanig op het netvlies bij dit kabinet. Deze eenzijdig financiële benadering, is funest voor een andere wens van gemeenten: een maatschappelijk debat over wat we eigenlijk verwachten van een moderne verzorgingsstaat. Meerdere wetenschappers en filosofen probeerden een publieke discussie daarover te openen. Zo stak Marli Huijer, voormalig denker des Vaderlands, begin 2021 haar nek uit door in een artikel te poneren dat mensen niet het recht hebben op een zo lang mogelijk leven, maar wel het recht op niet te vroeg sterven (NRC,2021) . Haar stellingname werd haar niet door iedereen in dank afgenomen. In Het recht om te falen, de meest recente Mulock Houwerlezing, fileert Bert Wienen, lector bij hogeschool Windesheim, feilloos het in onze samenleving diep gewortelde economisch denken van 'meer hebben' en 'beter worden'. Hij laat zien hoe de druk om te presteren ten koste gaat van de mentale gezondheid van jongeren en jongvolwassenen (Wienen, 2021). Dat ouders het beste voor hun kind willen en dat de meeste mensen de wens hebben om zo lang mogelijk gezond te blijven leven is volstrekt natuurlijk. Maar waar ligt de grens als er zoveel mogelijk is? Wat is een passend moment voor een levenseinde? En waar verandert stimulans om de eigen talenten te ontwikkelen in een ongezonde druk te moeten presteren? Zo lang we deze vragen niet met elkaar bespreken, is de roep om zorg en ondersteuning grenzeloos. Collectieve arena's Het kabinet kan de kop in het zand steken, voor professionals in het sociaal domein is het dagelijkse kost om morele afwegingen te maken, al wordt het werk er niet eenvoudiger op. Steeds vaker zijn er geen goede voorzieningen beschikbaar en gaat de tijd op aan bureaucratisch gedoe en/of veeleisende inwoners. Dit leidt ertoe dat een fatsoenlijke afweging maken soms nauwelijks mogelijk is en de maatschappelijke kosten oplopen. Wat te doen bijvoorbeeld als de wachtlijst voor speciaal onderwijs ellenlang is en kinderen ten koste van hun eigen ontwikkeling op een veel duurder kinderdagcentrum moeten blijven? Hoe verantwoord je verlengde jeugdzorg als dat de enige manier is om te voorkomen dat een jongere dakloos wordt? Dergelijke beslissingen worden nu aan de spreekwoordelijke keukentafel genomen, maar horen geabstraheerd net zo goed thuis in collectieve arena's zoals de Eerste en de Tweede Kamer en de 345 raadszalen die ons land rijk is. Nu echter helder is dat het kabinet niet uit zichzelf kiest voor een integrale investeringsstrategie en dat de markt geen antwoord heeft op complexe maatschappelijke problemen, ligt de weg vrij voor het lokale bestuur om te bepalen hoe de verzorgingsstaat van de toekomst eruit gaat zien. Gemeenten hebben een voorsprong omdat zij kunnen profiteren van de voordelen van nabijheid. Werken met vertrouwde partners vanuit de haarvaten van een gemeenschap vergroot de kans dat wat wordt bedacht daadwerkelijk aansluit bij wat mensen AdobeStock195024057 vakblad sociaal werk #2 2022 bezighoudt. Het is een manier om weer in contact te komen met mensen die zich buitengesloten voelen. Daarnaast leent de schaal van het lokale zich bij uitstek om met kleinschalige initiatieven de grenzen van wat mag en kan op te zoeken. De vele gemeenten met elk een eigen invalshoek kunnen intensief van en met elkaar leren. Er zijn gemeentes die de nieuwe kabinetsperiode niet hebben afgewacht en alvast begonnen zijn met vooruitstrevende initiatieven. Utrecht bijvoorbeeld, heeft ervoor gekozen de verplichte vier-weken-zoektermijn voor jongeren niet uit te voeren. Volgens die verplichting zouden jongeren vóór hun bijstandsaanvraag in behandeling wordt genomen, eerst vier weken zelf moeten zoeken naar een baan of studie. Tilburg maakt samenwonen met behoud van uitkering op proef mogelijk. En voor Amsterdam is het niet genoeg dat mensen uit het onderwijs, de zorg of politie voorrang krijgen bij de toewijzing van betaalbare nieuwbouwwoningen; een meerderheid van de raad wil ook een deel van de bestaande woningen exclusief beschikbaar maken voor deze doelgroep. Deze gemeenten kiezen voor een maatwerkbenadering en laten zich daarbij niet leiden door de letter, maar door de geest van de wet. Zij tonen wat er binnen de eigen mogelijkheden beter kan én waar het kabinet weten regelgeving zou moeten aanpassen. Zo dringt de uitvoeringspraktijk beetje bij beetje door in het Haagse bolwerk. De kracht van deze werkwijze is dat het weer gaat over de problemen van echte mensen en niet langer over die of er wel of niet genoeg euro's zijn. Na jarenlang gesteggel over de financiën is het tijd om het over een andere boeg te gooien. Niet omdat de gemeentelijke financiën nu wel op orde zijn, maar omdat de focus op meer geld bij thema's als prestatiedruk, kansengelijkheid en bestaanszekerheid de blik vernauwt, waardoor er geen aandacht is voor wat er nog meer nodig is. Deze opgaven zijn misschien wel meer gebaat bij bestuurders en ambtenaren die zich daadwerkelijk verdiepen in hoe het eraan toe gaat in de verschillende spreekkamers. Alleen van daaruit immers is te begrijpen wat werkt en wat niet en wat dit betekent voor iemands rol als (adviseur van een) bestuurder (Van der Zwaard, 2021) . Het is ook een tijdrovende manier van werken, die niet logisch lijkt als de nood aan de man is en de werkdruk razend hoog. Toch zou het goed zijn de jachtige routines te doorbreken. Ook hierbij geldt dat de kosten voor de baten uitgaan. Er maar van uitgaan dat we weten hoe het zit, om vervolgens met de beste bedoelingen geld te verkwisten, kunnen we ons niet langer veroorloven. Juist nu kan vertragen leiden tot ruimte voor innovatie. Een omweg langs praktijkverhalen, leren van casuïstiek en betrokken observaties biedt de broodnodige kennis om de juiste afwegingen voor de lange termijn te maken (Hoitink, 2017) . Op het oog lijkt dat -luisteren, observeren en overdenken -een ingetogen rol voor ambitieuze politici en ambtenaren. Maar dit is het moment om met lef tegen de waan van de dag in te gaan en met een bescheiden, maar betrokken opstelling, te laten zien wat de overheid waard is voor mensen in omstandigheden zoals die van Isabel en Otto. • Bronnen Lessen voor een nieuwe gebiedsgerichte aanpak Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst Domeinoverstijgend samenwerken in de praktijk. Eindrapportage monitoring en evaluatie De politiek van sociaal werk: drie tradities in het denken over sociaal werk en politiek Vakblad Sociaal Werk Niemand heeft récht op een zo lang mogelijk leven Macroveranderingen en invloed op budget sociaal domein, rapport in opdracht van het Netwerk Directeuren Sociaal Domein Sociaal domein op koers? Verwachtingen en resultaten van vijf jaar decentraal beleid Gezondheidsverschillen voorbij: complexe ongelijkheid is een zaak van ons allemaal Meta-analyses businesscases sociaal werk De winst van het sociaal domein De winst van het sociaal domein, verdieping Nieuw kinderrecht: Het recht om te falen. Hedendaagse kinderarbeid in Nederland -en hoe we die afschaffen Omwille van fatsoen